
Waar zat die verstopt? Ergens heel diep in mijn geheugen, achter allerlei andere woorden die ik amper meer gebruik. Gramstorig. Zo diep verborgen, dat ik in Van Dale moest opzoeken of het eigenlijk wel bestond. Of het niet een kleeffout was; twee woorden aaneen geplakt en zo een neologisme gekweekt.
Maar gramstorig bestaat en betekent opvliegend, korzelig, boos, kwaad. Ik weet zeker dat ik het tot vandaag nooit op papier heb gezet en ik twijfel sterk of ik het ooit in de mond heb gehad. Waarschijnlijk ergens gelezen en dus heel diep verstopt.
Hoe het vandaag bovenkwam? Door een flauw grapje. Ik mailde iemand met de vraag of hij al contact had opgenomen met Cees Grimbergen. In de onderwerpbalk vertikte ik me; er kwam te staan ‘grambergen’. En dat liet mij vervolgens in de berichttekst vragen of Cees gramstorig was. Toen tot mijn verbazing de autocorrectie het woord liet staan, ben ik Van Dale en mijn geheugen gaan raadplegen. Je zou er balsturig van worden! (Die vond ik ook nog in de krochten.)
04-02-2011