Kalfsvlees
Als klein manneke trippelde ik elke dag zelf naar de kleuterschool. Er waren nog geen Babboe-bakfietsen; je ging op z’n best de eerste schooldag aan moederhand, daarna was het in mijn geval een vriendinnetje van een straat verder die regelmatig met me meewandelde. We hoefden overigens maar één keer over te steken, de rest van de route liep rechttoe rechtaan naar de speelplaats. Maar … langs het huis van de  ‘buurtbully’: Kalfsvlees. Zo heette hij niet, zo noemden we hem. Een jongen die het prachtig vond om kleuters angst aan te jagen. Hij stond aan de overkant van de weg te schreeuwen en te dreigen, zodanig dat het mijn vriendinnetje en mij dun door de pofbroek ging. Een keer of vier, vijf is Kalfsvlees de weg overgestoken. Hij kwam dan voor ons staan, blies zichzelf op en schreeuwde met heel veel tandvlees BOE of iets dergelijks.Â
Anderhalf jaar lang was het steeds een angstig moment: dat huis van Kalfsvlees voorbij lopen. Jaren later ben ik eens naar zijn voordeur gegaan om op het naambordje te zien hoe hij nu eigenlijk in het echt heette. Die naam ben ik vergeten.
De laatste keer dat ik hem zag? Toen ik naar de brugklas ging, onzeker tussen de honderden scholieren drentelde en daar, in de verte, Kalfsvlees zag staan. Dat maakte mijn eerste schooldag op ‘de middelbare’ nog spannender dan die al was.Â
Kortom: of Pieter Kalbsfleisch, topman van Nederlandse Mededingingsautoriteit, schuldig is … dat zal moeten blijken. Maar hij heeft wat mij betreft zijn naam tegen.Â
14-04-2011
Klik hier om zelf te reageren