Roosje
Bij de laatste strofe van het lied ‘Later’ van Herman van Veen (tekst Simon Carmiggelt) moet ik regelmatig brokslikken.Â
En als onze aardse last
met de wereld gaat vergroeien,
zal uit jou een bloempje bloeien.
Een viooltje – dat staat vast.
Op dit graf groeien geen viooltjes, maar rozen. Mijn moeder ligt er, en mijn vader. De rozen stonden tot mams dood in haar tuin. Ze was er trots op en besteedde er veel zorg aan. Zus Mario zette één struik op mams buik.Â
Ik kom nog maar heel zelden bij het graf. Sowieso blijft volgens mij het bezoek beperkt. Jos en Gon zijn er af en toe. En Mario, die de foto maakte, een keer of drie per jaar. Veel verzorging krijgen de rozen dus niet. Maar ze groeien en bloeien – dat staat vast.
15-05-2011
Klik hier om zelf te reageren
Reacties
Fred van Dijk schrijft:
Dat gebeurt nu eenmaal als de leden van het gezin diverse kanten van het land opvliegen.
Mijnerzijds moet ik eerlijkheidshalve ook zeggen dat bezoeken aan het graf van mijn ouders tot het uiterste bepekrt zijn geblven.
Belangrijker vind ik echter dat de herinnering in je hartniet vervaagt.