Het is 26 januari. Een mistige, mottige morgen. Ik sjok achter hond Guus aan, ons vaste half-zeven-loopje langs het laantje Weltevreden. Pas als ik bijna rond ben, besef ik dat dit de laatste keer is dat ik Guus hier uitlaat. Tot aan de verhuizing gaat hij logeren en daarna zoeken we een nieuwe wandeling langs de Maliesingel of over de Maliebaan.
Vervolgens schiet me te binnen dat Guus vandaag jarig is. De goede hond wordt negen. En dan gaat mijn kopcalculator aan de slag. Negen jaar loop ik dus al dit rondje. Zeg: driehonderd keer per jaar (ik ruwschat dik twee maanden dat ik niet loop in verband met vakantie, ziekte of een huisgenoot die mij een uitslaapje gunt). Daar komt bij dat ik Guus hier ook ’s avonds zijn vijfhonderd gram poep laat lozen.
Dus: zeshonderd wandelingen per jaar, keer negen is 5.400 maal langs het laantje Weltevreden. Qua lengte zal het rondje zo tegen de anderhalve kilometer zitten.
Kortom: de afgelopen negen jaar heb ik dik achtduizend kilometer met Guus over dit smalle pad en langs dit kleine meertje gelopen.
Twee, drie paar schoenen aldus versleten? Vast wel. Dan heeft zo’n hond toch patente kussentjes, want hij loopt al negen jaar op dezelfde zolen.