Bij het opruimen vindt Philo in een doos met heel oude tekeningen en aanverwant bewaarsel een notitievelletje waarop ik langlang geleden een conversatie tussen haar en mij heb opgeschreven. Ze zal destijds een jaar of vijf geweest zijn. Want: oud genoeg om van het concept ‘God’ gehoord te hebben en jong genoeg om hem een lichaam te geven.
Ik vind het een juweeltje: Â
Philo: “Kijk papa, een gat in de wolken.â€
Ik: “Mooi hè.â€
Philo: “Papa, wie zit er boven op de wolken?â€
Ik: “Weet ik niet.â€
Philo: “God.â€
Ik: “Hoe weet je dat?â€
Philo: “Waar moet hij anders zitten?â€
Ik: “Maar ik zie z’n benen niet.â€
Philo: “Hij zit in kleermakerszit.â€
30-01-2012