
Donderdag 12 april is het kil. We lopen op de Herengracht in Den Haag, op weg naar een van de vele voorstellingen die dochter Dymph dezer dagen vormgeeft. Langs de stoeprand staan bloembakken en in die bakken deze Haagse blommen. De narcissen staan nog maar net in bloei en in hier pronken gele weetikhoezeheten als zonnebloemen in de zomer. Ze zijn te groot, te fier, te geel, te heftig voor de tijd van het jaar. En vooral: ze zien eruit alsof ze van plastic zijn. Kijk die opschepperige stelen; kan niet anders dan dat ze knakken als er een voorjaarsstormpje voorbij komt.
"Die zijn nep", zeg ik tegen Marijke. Toch even voelen ... en verrek, ze zijn echt echt. Haagse bluf.
Fred van Dijk schrijft:
Je sluit af met "Haagse bluf". Het is nog veel erger als je bedenkt dat de bloem Keizerskroon heet. (Fritillaria bot. naam).
Wat een arrogantie.
Veel in de Haagse politiek gebeurt achter gesloten deuren. De bloemen en bollen zijn goed tegen mollen. Zouden ze er veel meer van moeten zetten. Dan wordt de politiek wellicht transparanter