
Al zes jaar laat ik onze hond Guus uit op een parkachtig terreintje, net buiten De Bilt. Dus dat is inmiddels zijn territorium. Twee keer per dag, een half uur, spuit Guus er geursporen. En andere honden worden afhankelijk van geslacht en gedrag welkom geheten of weg gebeten.
’s Winters is het parkje rustig, te meer daar ik in het duister wandel. De rest van het jaar bezoeken jongeren, vissers en verdwaalde wandelaars Guus’ territorium
Onlangs heeft de gemeente het terrein opgeschoond. Veel struiken en bomen gerooid, de braambossen teruggebracht tot fatsoenlijk formaat. Met als gevolg dat Guus veel verder kan kijken en dus indringers eerder ontwaart.
Zoals gisterenavond. Twee mannen in lange zwarte jassen staan langs een pad te plassen. Ik zie ze pas als Guus al in volle spurt op ze af gaat. Dat geeft mij de kans om weer goede sier te maken met het enige commando dat Guus indrukwekkend opvolgt. Als ik ‘Zit’ roep, gaat hij meteen op z’n krent, hoe ver hij ook bij me vandaan is (zolang het binnen gehoorafstand blijft …). Zo ook nu.
De mannen schrikken zich lam: en van de zwarte hond die op ze afstormt en van mijn ‘Zit!’ Ze schudden af en lopen met hoge ruggen bruggetje over, terrein af. Als twee afdruipende bouviers.
Guus sjokt na mijn ‘Vrij’ met de staart hoog in de lucht naar de plek waar de mannen hun behoefte deden. Tilt zijn poot op en spat zijn spoor.
12-03-2009