
Als ik Ãets leuk vind, dan is het tekst maken op bestaande liedjes. Zodat bijvoorbeeld ‘Pretty woman’ van Roy Orbinson ‘Mooie meiden’ wordt. Op die manier heb ik een droef afscheidslied als ‘Can’t stop loving you’ van Phil Collins omgebouwd tot een rot-op-song (‘Dus je smeert ‘m, morgenochtend, met de eerste trein, dat werd ook wel heel hoog tijd, ik wou je al heel lang kwijt’). Niemand die het zingt, maar ik lig in een deuk. De sport is woordjes op het metrum van het origineel te laten vallen.
Soms valt het je toe.
Vanavond zocht ik met dochter Philo op Youtube naar dat liedje dat we vroeger altijd in de auto samen zongen – als het op de radio voorbijkwam. Dat Italiaanse ding, met zoveel uithalen. Een duet. Weetjewel?
We kwamen geen van beiden op de titel of de uitvoerenden. Pavarotti? Nee. Die ander dan, José Carreras? Leverde in Google nop op. Zoeken op de titel, het was iets met musica. Niente. Totdat ‘vivo per lei’ opborrelde.
En ja hoor, daar was-ie. Vivo per lei. Andrea Bocelli. Kwam meteen boven dat we inderdaad deden alsof we blind waren. Nog aardig lastig, 120 op de A2.
Eind van het lied is prachtig …
… Yo vivo per lei.
… Voor Philo en mij.
Tjonge … dat past metrisch en qua toon wel heel geweldig.
15-06-2009