
Gesprekje in de auto op weg naar Norg. Daar vinden met Pinksteren ‘de Worteldagen’ plaats, een kleinschalig beeldend locatietheaterfestival (www.amonet.nl/worteldagen%202009.htm). Dochter Dymph maakt daar een kleine voorstelling, papa Peter reed haar plus vriendin Nicky en een lading bagage van medestudenten naar het hoge Noorden. Oeps, het schiet Dymph te binnen dat zij haar I-pod vergeten is. Hoe erg is dat? Hoe vaak luister je? Nou, vooral als je je wilt afsluiten. En op de fiets, of lopend over straat? Ook dan wel, maar het is niet altijd prettig. Want, zegt Dymph, ik fiets toch ook wel op gehoor.
Herkenbaar. En het brengt bij mij het beeld boven van slechthorenden die vroeger op hun fiets een fietsplaatje hadden, zodat andere weggebruikers rekening konden houden met de handicap. Bijvoorbeeld door te beseffen dat ‘Heho’ roepen niet zou baten. (Al googlend zag ik dat die plaatjes nog steeds bestaan).
Met ‘oortjes’ opfietsen is een vorm van zelfgekozen doofheid. En oordopjes vormen het fietsplaatje van deze slechthorenden.Â