‘O, wie staat ons bij?’. Dat is het refrein van een lied dat de wanhoop bezingt en dat mij op dit moment tot radeloosheid brengt. Op 4, 5 en 6 juni vorm ik samen met Els, Marijke en Eric het koor in de Griekse tragedie Antigone. We zingen op Fort aan de Klop in Utrecht zes liederen; geen klassieke, maar modern spul in arrangementen van Els en voorzien van tekst door deze Peter. In het zesde lied roepen we de bovenaardse krachten aan, omdat we er zelf niet meer uitkomen (in het stuk is dan zo’n beetje iedereen dood).
De melodie van dit wanhoopslied is van K. Tunstall: Suddenly I See. Kende ik van de radio, is soort hitje geweest, ben ik intensief gaan beluisteren om er woorden op te kunnen plakken. Vervolgens zijn we met een van internet geplukt arrangement gaan oefenen. Zongen Eric en ik samen de melodielijn in het couplet, eenstemmig (behalve dat Eric dus tenor is en ik bas ben). Dat arrangement deugde niet, dus Els heeft een nieuwe geschreven. Daarin zing ik niet meer de melodie, maar er net omheen. Eric heeft zijn oude deun behouden.
Sindsdien gaat het mis. Ik krijg mijn eigen loopje prima in mijn hoofd, kan het in mijn uppie met losse banden zingen, maar zodra Eric meedoet vlieg ik uit de bocht. Dan ga ik als vanzelf met hem mee en zit weer in de oude vertrouwde melodie. Van alles heb ik al geprobeerd, ik krijg ’t maar niet voor elkaar.
Wanhoop dus. Ik heb nog ietsje minder dan drie weken. O wie staat mij bij?
Mandy schrijft:
Hey schat, even bijgelezen op je blogs....Realiseer me dat ik je voorstelling heb gemist, vol van mijn leven, van wat moet en gelukkig ook de liefde...Wat jammer! En sorry dat het uit mijn hoofd is verdwenen.
Graag had ik gehoord hoe je keurig steady on the road bent gebleven ipv uit de bocht te vliegen zodra je met Eric moest zingen. Hoe is je voorstelling gegaan?
Knuf,
Mandy