
Van de week – paar uurtjes voor Nederland-Uruguay - boomde ik met Ernst Teule (onder heel veel meer de vaste cartoonist van TON Magazine). Ernst weet alles van voetbal. Net zoals ik, trouwens. Zei ik niet twee weken geleden in de auto tegen Geert, na de brakpartij tegen Slowakije: ‘Nederland wint van Brazilië, dan van Uruguay en dan in de finale, tegen Duitsland, dan weet ik het even niet meer.’ Bijna alles goed.
Ernst en ik hadden het over hoe weinig gevoel ‘ons Oranje’ bij ons losmaakte. En hoezeer we aan de andere kant ook geloofden ‘dat het goed komt’. Bij wedstrijden van het Nederlands Elftal had Ernst altijd uren van te voren zo’n kriebelgevoel in de buik. Heftige zenuwen. En nu? Veel minder. Aah joh, het maakt niet uit. Een vrij gevoel, eigenlijk wel.
Dat herkende ik. Een vrij gevoel, alsof je niet door je op te winden hoeft te zorgen dat ‘ons Oranje’ wint. Las vandaag in de krant dat sommige mensen uit bijgeloof gaan dweilen als Nederland achter staat. Of elke wedstrijd in hetzelfde ongewassen (sinds 1978) T-shirt uitzitten.
Ernst en ik hebben geen last van bijgeloof. We hebben vrijgeloof. We zijn vrij van oud neurotisch gedrag. Net als ‘ons Oranje’. Lelijk spelen, mooi winnen.
Zondagavond zit ik vrijgelovig voor de buis.
2-1 voor Nederland.